Tien jaar geleden voorspelde Jola van Dijk het al in haar prijswinnende scriptie over een Duitse milieuorganisatie die tegen een kolencentrale vocht. Nu is het ook echt door de Europese rechter bevestigd: in Nederland maken we het milieuorganisaties veel te moeilijk om naar de rechter te stappen. Hoe komt dit en wat betekent het voor bouwprojecten?

Projecten zullen langer in onzekerheid zitten

Door hoepels moeten springen

Niet iedereen kan zomaar naar de rechter stappen om een verleende vergunning aan te vechten. In Nederland zijn er een aantal criteria waar je aan moet voldoen voordat je toegang krijgt tot de rechter. Ook milieuorganisaties moeten daardoor eerst door een aantal hoepels springen voordat de rechter überhaupt luistert naar wat ze te zeggen hebben:

  1. Het beroep moet op tijd zijn ingesteld;
  2. De milieuorganisatie moet ‘belanghebbende’ zijn;
  3. De argumenten tegen de vergunning moeten al eerder in de vergunningprocedure in een bezwaarschrift of zienswijze zijn benoemd (de personen- en grondenfuik);
  4. De argumenten moeten zien op regels die beogen het belang te beschermen waar de milieuorganisaties voor opkomen (het relativiteitsvereiste).

Verdrag van Aarhus

Doordat economische belangen vaak ten koste gaan van milieubelangen en de natuur ook nog eens niet voor zichzelf op kan komen, hebben heel veel landen manieren ontwikkeld om de natuur te beschermen. In 1998 hebben de Europese landen in de Deense stad Aarhus vervolgens ook bindende internationale normen afgesproken ter bescherming van het milieu. In het verdrag van Aarhus staat de rol van burgers en milieuorganisaties centraal. Zij moeten de mogelijkheid krijgen om als een waakhond in de gaten te houden of de overheid wel genoeg rekening houdt met het milieu en de overheid tot de orde moeten kunnen roepen als milieuregels overtreden worden. Het verdrag van Aarhus is daarom gebaseerd op drie pijlers:

  1. het recht op toegang tot informatie
  2. inspraak bij besluitvorming
  3. toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden

Nu nog doen

De Trianel-kolencentrale in Lünen, Duitsland. De Duitse milieuorganisatie BUND kreeg gelijk van de Europese rechter in hun procedure tegen de vergunningen voor deze kolencentrale. Ook het Duitse recht stelt te hoge eisen aan milieuorganisaties.

Nederland is één van de landen die zich gecommitteerd heeft aan het Verdrag van Aarhus. Dat betekent alleen niet automatisch dat Nederland zich ook daadwerkelijk houdt de afspraken in het verdrag. Tien jaar geleden voorspelde Jola van Dijk al dat de Nederlandse wetgever en rechter in strijd met het verdrag van Aarhus milieuorganisaties door te veel hoepels laten springen voordat er naar ze geluisterd wordt. De Europese rechter heeft Nederland nu daadwerkelijk op de vingers getikt.

Concreet heeft de Europese rechter bepaald dat aan milieuorganisaties in milieuzaken niet meer op grond van artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) mag worden tegengeworpen dat er tijdens de bestuurlijke fase van een vergunningprocedure geen zienswijze is ingediend. De personenfuik is daarmee van tafel voor milieuorganisaties. Wij vermoeden dat het hier niet bij zal blijven. In haar scriptie ging Jola van Dijk namelijk specifiek in op het relativiteitsvereiste. Dit is waarschijnlijk ook een verboden nationale eis die voor milieuorganisaties ‘unnecessarily exclusionary’ werkt. Hetzelfde geldt naar alle waarschijnlijkheid ook voor de grondenfuik.

Consequenties voor bouwprojecten

De uitspraak van de Europese rechter ziet op de helft van één van de hoepels waar milieuorganisaties doorheen moeten springen voordat een rechter naar ze luistert. Wij verwachten dat uiteindelijk zal blijken dat drie van de vier hoepels in strijd zijn met het verdrag van Aarhus en dus weg gehaald zullen moeten worden. Dit heeft geen rechtstreekse consequenties voor bouwprojecten want de milieuregels zelf veranderen niet. Ze moeten dus nog steeds dezelfde onderzoeken laten doen en de uitkomsten worden dus nog steeds aan dezelfde normen getoetst. Het wordt voor milieuorganisaties wel makkelijker om verleende vergunningen aan te vechten. Het wordt steeds moeilijker voor overheden om een oogje dicht te knijpen. Doordat een vergunning pas onherroepelijk wordt nadat een eventuele beroepsprocedure bij de rechter is afgerond, zullen projecten bovendien langer in onzekerheid zitten.

Meer informatie