Voor wie net inschakelt: ik kan jullie eindelijk ter leering ende vermaeck meenemen in de wondere wereld van de Omgevingswet.

Na:

  1. Introductie + Linchpin Lennart van der Linden
  2. Een half jaar uitstel: redden we het hiermee?

Volgt nu deel 3: Wat is jouw belang?

Abonneer je op deze nieuwsbrief op Linkedin om op de hoogte blijven van nieuwe ontdekkingen en ontwikkelingen.

Wat is jouw belang?

Voor als je de nieuwsbrief van gisteren nog niet gelezen hebt: ja, ook jij hebt belang bij de Omgevingswet. Je wist het misschien nog niet, maar we hebben werkelijk allemaal belang bij deze wetgevingsoperatie, softwareoperatie en fundamentele cultuurverandering. De Omgevingswet gaat namelijk over onze fysieke leefomgeving. Dus over de grond waar je op loopt, de lucht die je inademt, het water dat je drinkt, de straten waar je over rijdt en de gebouwen waar je in woont, werkt en winkelt.

Waarom je belang belangrijk is

Als jurist heb ik geleerd wie besluiten neemt. Ten aanzien van de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn dat op dit moment Hugo de Jonge als verantwoordelijk minister en de Eerste Kamer. Als politicoloog heb ik geleerd hoe je de onderliggende machtsstructuren kunt bestuderen. Hoe komt iemand tot een besluit? Oftewel: waarom maakt iemand een bepaalde inhoudelijke keuze? Daar valt ontzettend veel over te zeggen, maar voor nu houd ik het erbij dat iemands eigen belang altijd een hele grote, zo niet doorslaggevende rol speelt.

Als je niet weet welke beslissing je moet nemen? Ga op zoek naar je belangen bij de beslissing en waarschijnlijk volgt de conclusie dan al als vanzelf. Als je een ander wil begrijpen is het verstandig om je af te vragen welke belangen diegene heeft, want dan worden ogenschijnlijk vreemde acties vaak al een heel stuk logischer. Als je een ander wil beïnvloeden, begin je met het belang van de ander te begrijpen zodat je vervolgens jouw voorkeursbeslissing zo kan presenteren dat de ander inziet dat het ook in zijn of haar belang is.

En als je zoals ik in deze nieuwsbrieven een onderwerp enigszins onpartijdig probeert te benaderen, is het belangrijk om eens goed in de spiegel te kijken en eerlijk te zijn over wat jouw belangen eigenlijk zijn. Ook al wil je het niet, ze kleuren namelijk altijd hoe je naar de wereld kijkt, hoe informatie bij je binnenkomt en hoe je de beslissingen van anderen beoordeelt. De politiek filosoof John Rawls heeft in zijn toonaangevende boek ‘A Theory of Justice’ daarom het gedachtenexperiment van de ‘veil of ignorance’ voorgesteld. Alleen wanneer je niet weet wat je eigen belangen zijn, zou je een rechtvaardige beslissing kunnen nemen.

Je belangen hebben dus zeer veel, zo niet doorslaggevende invloed op het standpunt dat je inneemt ten aanzien van een situatie. Ik vind het daarom wel zo eerlijk en transparant om open te zijn over mijn eigen belangen ten aanzien van de Omgevingswet, voordat ik in de komende nieuwsbrieven vanuit m’n cynisch humoristische invalshoek de inhoudelijke aspecten van de besluitvorming en berichtgeving ga uitpluizen en bespreken. En als je nog niet gewend bent om je eigen belangen tegen het licht te houden, geeft dit voorbeeld je hopelijk wat houvast in de ontdekkingstocht naar wat jouw eigen belangen bij de Omgevingswet zijn.

Welke belangen heb ik bij de Omgevingswet?

In willekeurige volgorde was dit wat ik zag toen ik net in de spiegel keek:

Een omgevingsjurist

Een omgevingsjurist die al 10 jaar geld verdient aan de Omgevingswet en ongeacht welke keuze er ook gemaakt zal worden, nog jaren geld zal blijven verdienen door de Omgevingswet. De Omgevingswet is zo complex dat er nog jarenlang heel veel omgevingsjuristen nodig zullen zijn om de nieuwe regels te begrijpen en toe te passen. En de bestaande wetgeving is afgelopen jaren slecht onderhouden omdat we allemaal gefocust waren op de nieuwe wetgeving die eraan zat te komen. Nu afzien van de Omgevingswet en verder gaan met het huidige systeem levert dus ook allerlei complexe vraagstukken op waar omgevingsjuristen hard bij nodig zullen zijn. Conclusie: neutraal belang bij uitstel.

Een directeur

Een directeur van een expertisecentrum vergunningen dat geld verdient aan het geven van cursussen omgevingswet en bekendheid vergaart met berichtgeving over de Omgevingswet. En die bekendheid zoveel mogelijk wil vergroten om uiteindelijk zoveel mogelijk aandacht te kunnen krijgen voor onze bredere missie van ‘vergunningen awareness’ zoals Prem Radhakishun het laatst zo mooi samenvatte. Want er gaat bijvoorbeeld schrikbarend veel belastinggeld verloren door voorkombare vergunningenfouten. Vanuit deze rol heb ik deels hetzelfde neutrale belang als de omgevingsjurist in mij, maar heb ik ook een ander belang. Deze kant van mij heeft baat bij langdurige onduidelijkheid over de toekomst en inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet. Hoe langer er gedoe is over de Omgevingswet, hoe meer behoefte er is aan duiding. Oftewel: hoe meer cursussen wij kunnen verkopen en hoe meer berichten ik kan plaatsen. De keuze van de minister voor slechts een half jaar uitstel is koren op deze molen, want dat staat garant voor nog minstens een half jaar gedoe over de Omgevingswet.

Een vergunningenmanager

Een vergunningenmanager, dus iemand van wie het werk letterlijk bestaat uit het toepassen van complexe regelgeving op bouwprojecten en bedrijven, daarover communiceren met alle betrokkenen en het indienen van de benodigde vergunningaanvragen via complexe overheidssoftware. Iets wat in principe iedereen zelf zou moeten kunnen, maar zo verschrikkelijk complex gemaakt is door de overheid dat het nodig is om specialistische opleidingen te volgen om dit werk goed te kunnen doen. Doordat ik vanuit een juridische achtergrond vergunningenmanager ben geworden, heb ik vanuit deze rol hetzelfde neutrale belang bij uitstel als de omgevingsjurist in mij. Maar ik weet dat de vergunningenmanagers die vanuit een technische achtergrond het vak in zijn gerold, vaak totaal nog niet zijn voorbereid op de volstrekt nieuwe wetgeving en software. Zij zullen waarschijnlijk het meest gebaat zijn bij afstel ten gunste van een serie veel kleinere wijzigingen.

Een burger

Een burger die geen vergunningenmanager nodig wil hoeven hebben om een vergunning aan te vragen. Het is dat ik toevallig als vergunningenmanager hier volledig in gespecialiseerd ben, maar anders zou ik ook moeite hebben met een vergunningaanvraag voor m’n eigen huis. Hoe ik dat weet: voordat ik de opleiding tot vergunningenmanager gevolgd had, liep ik daar zelf tegenaan. En oud-collega’s van me zijn daar ook tegenaan gelopen. Het systeem is zo complex, dat zelfs omgevingsjuristen dus moeite hebben om zelf een omgevingsvergunning aan te vragen. Dat is toch te gek voor woorden? Wellicht dat uiteindelijk over een jaar of 10 wanneer alles zo optimaal mogelijk werkt de Omgevingswet beter gaat zijn voor mij als burger, maar ik heb m’n vergunning nu nodig, niet over 10 jaar.

Alles wat voor onduidelijkheid en/of vertraging zorgt in mijn huidige vergunningaanvraag en de vergunningaanvragen voor de infrastructuur en gebouwen waar ik gebruik van maak, is niet nu in mijn belang. Ik begrijp dat je soms eerst door een zure appel heen moet bijten voordat het weer lekker wordt. Dat je soms nadelen op korte termijn moet tolereren om uiteindelijk op lange termijn te kunnen profiteren van veel grotere voordelen. Maar dan wil ik wel graag weten of die zure hap strikt noodzakelijk is om bij het lekkere gedeelte te komen. Ten aanzien van de Omgevingswet heeft tot nu toe niemand me uit kunnen leggen waarom ik nu door zoveel zuur heen zou moeten bijten en hoeveel lekkers ik daar straks voor terug ga krijgen. Dus heb ik behoefte aan de fundamentele heroverweging waar over gesproken wordt. Liever ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

Een projectleider omgevingsplan

Een extern gemeentelijk projectleider omgevingsplan die meerdere tegenstrijdige belangen heeft. Voor wie niet weet wat een omgevingsplan is, hou ik het er voor nu even bij dat een omgevingsplan een nieuw soort besluit is dat door de Omgevingswet geïntroduceerd wordt en na inwerkingtreding van die wet een centrale rol gaat spelen in het omgevingsrecht. Aangezien ik extern ben, heb ik strikt genomen belang bij verlenging van mijn detacheringsopdracht. In mijn geval is dat niet persé zo, maar in zijn algemeenheid is dit wel het geval bij externe projectleiders in het kader van de Omgevingswet. Wij zijn gebaat bij onduidelijkheid over de Omgevingswet want daar verdienen we aan.

Waarom ik dat als uitzondering niet ben: ik had eigenlijk per 1 januari 2023 willen gaan stoppen met detacheringsopdrachten bij gemeentes. Ik ben zo arrogant om te denken dat ik aan de lokale overheidskant van vergunningen inmiddels wel zo ongeveer alles gezien heb wat er te zien valt, dus wil ik niet meer het grootste deel van m’n week op gemeentehuizen doorbrengen maar ergens anders nieuwe ervaringen op gaan doen. Alleen wees Mieke me er een paar maanden geleden heel terecht op dat ik al 10 jaar bezig ben met de voorbereiding op de inwerkingtreding van de Omgevingswet voor gemeentes. Dan zou het wel heel erg zonde zijn als ik de inwerkingtreding niet van binnenuit een gemeente mee zou maken. Deze externe projectleider heeft er daarom belang bij dat de Omgevingswet zo snel mogelijk in werking treedt, want dan kan ze afscheid nemen van de gemeentelijke detachering.

Als gemeentelijk projectleider omgevingsplan zie ik dat mijn projectteam bestaat uit beleidsspecialisten ruimtelijke ordening die verzuipen in het werk. Sinds ik mei vorig jaar begon met deze opdracht, heb ik super gemotiveerde collega’s gezien die hun stinkende best doen om onder meer zo snel mogelijk zoveel mogelijk woningen mogelijk te maken. Maar constant tegen grenzen aanlopen. We proberen op alle manieren die we kennen zo goed mogelijk om te gaan met de enorme berg werk die op ons bordje ligt. We proberen de pijn voor burgers te minimaliseren en zo eerlijk mogelijk te verdelen, maar we kunnen geen ijzer met handen breken. We hebben te weinig mensen om het werk goed te kunnen doen, waardoor we voor ons gevoel constant te kort schieten. We zouden heel graag extra mensen aan willen trekken om ons werk wel te kunnen doen op het niveau dat wij minimaal acceptabel vinden, maar die mensen zijn er niet. Zowel de arbeidsmarkt als de inhuurmarkt is volledig opgedroogd.

Vanuit deze rol ben ik ronduit boos dat de beslissing over de inwerkingtreding van de Omgevingswet over de zomer heen getild is, want daardoor hebben een aantal van mijn zwaar overbelaste collega’s ook nog eens dubbel werk moeten doen. Het maakt voor de legesverordening en daarmee de begroting van de gemeente namelijk ontzettend veel uit of de Omgevingswet in werking treedt of niet en de voorbereiding van het nieuwe financiële jaar start altijd al in de zomer. Aangezien pas halverwege oktober duidelijk is geworden welke van de twee financiële scenario’s werkelijkheid wordt, is er dus in alle gemeentes noodgedwongen letterlijk maanden aan parallelle begrotingen en legesverordeningen gewerkt. Het geld en de uren die zijn besteed aan de variant mét de inmiddels gesneuvelde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2023 hadden we ontzettend goed kunnen gebruiken voor het oplossen van de crises in dit land.

Uiteindelijk zal ik als gemeentelijk projectleider omgevingsplan altijd loyaal uitvoering geven aan de taak die ons als gemeente vanuit Den Haag gegeven wordt. Wat er ook beslist wordt, wij zullen er het beste van maken. En ik ben me er absoluut ook van bewust dat collega’s van me in andere gemeentes balen van het uitstel, omdat zij al wat verder zijn met de voorbereidingen op de wet. Komende donderdag is ons volgende projectteamoverleg en gaan we de balans opmaken. Zijn wij binnen onze gemeente gered met dit uitstel? Daarbij zullen we ons in ieder geval hardop afvragen of het nu ook echt 1 juli 2023 gaat worden. Die garantie kan niemand ons geven, dus zullen we gaan bepalen hoe we ondanks die onduidelijkheid toch zo goed mogelijk ons werk kunnen doen. Of we het leuk vinden of niet, we zullen het er mee moeten doen. Dus als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.

Medewerker omgevingsdienst

Tot slot heb ik momenteel ook nog een detacheringsopdracht bij een omgevingsdienst als vergunningenjurist. Daar controleer ik een deel van de besluiten op vergunningaavragen voordat ze deur uit gaan en verdedig ik die besluiten in bezwaar. Ik heb gekozen voor die opdracht omdat ik heel graag een keer van binnenuit wilde meemaken hoe het is om voor een omgevingsdienst te werken. In deze opdracht heb ik alleen zijdelings met de Omgevingswet te maken. Daardoor komt deze rol er strikt genomen op neer dat ik een van de vele ambtenaren ben die weet dat er iets aan zit te komen, maar nog niet echt weet wat het voor mijn dagelijks werk gaat betekenen. Dat voelt heel onzeker en maakt het werk er voor sommige collega’s niet leuker op. Er zijn er een aantal die uit zichzelf nieuwsgierig zijn en zich er bewust wel tegenaan bemoeien, maar het grootste deel heeft de handen vol aan het werk dat nu op hun bordje ligt en merkt het wel als het zo ver is. Zelfs voor een belangrijk deel van de mensen die straks dagelijks met deze wetgeving, software en cultuur moet gaan werken is het nog steeds één grote ver-van-mijn-bed-show. Ook al begrijp ik die houding heel goed, daar maak ik me wel zorgen over. En dit uitstel van een half jaar helpt daar denk ik niet bij.

Veil of multiple personalities

De ‘veil of ignorance’ van John Rawles is een mooi gedachtenexperiment, maar in de praktijk helaas niet haalbaar. De zojuist door mijzelf bedachte variant van de ‘veil of multiple personalities’ is wel haalbaar, maar zal niet heel veel voorkomen. Wanneer ik in de spiegel kijk, zie ik géén eenduidig belang bij een bepaalde uitkomst van het debat over de Omgevingswet. Zo ongeveer alle mogelijke scenario’s leveren voor mij als persoon wel voor- en nadelen op doordat ik zoveel petten tegelijkertijd op heb. En dan heb ik nog niet eens de relevante petten besproken die ik in het verleden op gehad heb: gemeenteraadslid, handhavingsjurist en vergunningverlener. Dat ik deze combinatie van verschillende rollen heb (gehad) ten aanzien dit onderwerp is uniek. Dat betekent niet dat mijn standpunt niet beïnvloed zal zijn door m’n belangen, maar de invloed van die belangen op mijn standpunt zal in zekere zin wel kleiner zijn aangezien het geheel niet één duidelijke richting op wijst.

Bij bepaalde belangrijke spelers in het debat over de Omgevingswet is dat laatste wel het geval. Die hebben hele grote belangen bij één bepaald scenario. En de belangen van die belangrijke spelers botsen ook nog eens met elkaar. Dat maakt dit debat aan de ene kant super interessant om van een afstandje naar te kijken, maar aan de andere kant ook ontzettend frustrerend want staat het landsbelang nog wel voorop? Kunnen we het er met z’n allen überhaupt over eens worden wat dat in dit geval is?

Hoogste tijd voor de dagafsluiting!

Vragen en reacties zijn van harte welkom. Wat mij betreft heb ik hiermee genoeg over mijn eigen belangen verteld om met een schoon geweten over te kunnen gaan op de veel interessantere inhoudelijke kanten van dit onderwerp. Time to leave my ego at the door. Wat de invalshoek van de volgende nieuwsbrief zal zijn? Ik neig nu naar het landsbelang, maar wie weet verander ik nog van gedachten of duwt de waan van de dag me in een andere richting. We gaan het zien, tot snel!